Het regent en dat doet het al dagen. Het regent en het waait er ook nog eens een keertje bij en niet een beetje. Het regent en dat maakt de stemming er in huize A. niet beter op. Ik stook kaarsjes tegen de klippen op, draai Zweedse thrillerseries aan de lopende band, maak stamppotten en stoof het suddervlees op het petroleumstelletje, maar het is niet afdoende om die druilerigheid buiten de deur te houden.

Tel je zegeningen, zei mijn moeder vroeger, op die dagen dat het me niet meezat. Iedere ochtend bij het openschuiven van de gordijnen en de aanblik van een natte tuin, probeer ik het weer. Ik kijk naar de omgewaaide bloempotten en bedenk dat ze, alhoewel ze op hun kant liggen, gewoon blijven doen wat ze moeten doen. Als ik ze over een week of zes omkeer, piepen de krokusjes en narcissen boven de rand van de pot uit.

Ik bedenk ook, dat ik gelukkig niet C.P. ben. En dat ik geen huis te koop heb staan. En ik probeer de neerslachtigheid helemaal te onderdrukken door de zegening te tellen dat mijn dochter niet met een staatssecretaris van zesenvijftig jaar thuiskomt. Ik zie het tafereel voor me. Dochter komt binnen en dan moet je hem de hand schudden. Wat zeg je? Fijn dat u mijn dochter in uw fourwheeldrive naar huis begeleidt en mijn man kan helaas niet naar beneden komen. Nee, die heb ik moeten opsluiten in de badkamer omdat ik er niet zeker van ben dat hij u niet ongewenst fysiek zal benaderen.

Ik hoef natuurlijk het boek van C.P. niet te lezen en op elke bladzijde met haar unieke verdriet, haar unieke liefde, haar unieke overlevingsgedrag geconfronteerd te worden. En ik kan natuurlijk ook gewoon weg zappen, als die man met die onwaarachtige kop op het scherm verschijnt. En ik hoef niet steeds weer een gesprek met anderen over die man te houden. Over dat ik die man maanden geleden al zo verschrikkelijk door mand zag vallen in het programma Storm op komst. Over dat ie elke eerlijke vraag ontweek en dat ie zichzelf een quasi geïnteresseerde houding naar de jonge theatermaakster had aangemeten. Over buitenkant en binnenkant. Dat hoef ik allemaal niet te doen.

En de pagina in de krant over de dramatische huizenmarkt kan ik simpelweg overslaan. Ik kan die krant sowieso in de bus laten liggen. Ik hoef natuurlijk niet op te staan. Ik kan ook in bed blijven liggen en wachten tot het lente wordt. En ondertussen mijn zegeningen tellend, een voor een. Waarbij de ene zegening wel zwaarder weegt dan de ander. Drie dochters en drie keer geen zes- of zevenenvijftigjarige CDA bewindsman als verkering telt wel tot aan de zomer toe.

Pin It
Bekeken: 2155x
https://ee.itk.ac.id/data/