Afgelopen weekend liep ik rond in het stadje Dalfsen. Ik weet niet wat dat is met de steden in het oosten van het land, maar op een of andere manier stellen ze me altijd gerust. Dat het allemaal wel meevalt. Dat het leven best nog wel te overzien is. Kijk, daar staat de kerk en daar omheen ligt het nostalgisch geplaveide plein met van die hobbelige steentjes. Je weet zeker dat er in de hoofdstaat een TerStal familiemode is met goedkoop ondergoed van ouderwetse kwaliteit, en dat er net buiten de hoofdstraat een Aldi te vinden is. Iedereen wandelt of fiets er, op een aantal snotapen van plattelandsjongens na, die zo nodig met een oude opgevoerde Opel Kadett rondjes om de kerk willen scheuren. Ja, iedereen heeft zijn eigen recht op opstand.

Met een lang weekend voor de boeg en de aankondiging van een korte hittegolf, verlieten we de gerieflijke woning in A. voor een klein tentje op een boerencamping aan de andere kant van de Zuiderzee. De boerderij bleek achter de dijk van de Vecht te liggen, omgeven door weide waarop de mini Dexters graasden ( ja, je wordt deskundig zo'n weekend), de ooievaar broedde, de kievieten luidkeels hun kuikens beschermden, de biggen Bout en Beenham heetten ( het laatste weet ik niet helemaal zeker) en de hip gebrilde boer op zijn laarzen en korte broek vaardig het gras maaide.

De boer schopte met die bril het Henk ten Hoor (- geduchte concurrent van TerStal- ) beeld behoorlijk in de war. Toen ook de boerin verscheen in mini rokje van Indiase signatuur was het feitelijk in een keer gedaan met die overzichtelijke wereld. De boer, die iets met kwaliteitssystemen als registeraccountant bleek te doen, bekende ons al op de eerste avond dat als het aan hem lag hij de oude boerenwoning het liefs wilde vervangen door een huis op palen, met veel glas, zodat hij de rivier kon zien en hij op dezelfde hoogte zou zijn als de glijvlucht van de ooievaar. We snapten het natuurlijk allemaal heel goed. Ik herkende mezelf in de kledinglijn van de boerin. De man des huizes kon een heel eind meekomen in de verbouwingsplannen van de boer en droeg zelfs ideeën aan. Maar toch.

Het vertrouwde beeld dat er op de minicamping vooral senioren in hun caravans stonden in een kringetje om het open veldje, was niet voldoende om een zekere onrust bij mij weg te nemen. Natuurlijk droegen de vrouwen de bekende korte broek om hun stevige Hollandse billen, was het haar kortgeknipt, beschikten ze over bovenarmen waarmee de handwas in het emmertje zeker even fris zou worden als in de Miele thuis. En gelukkig hadden alle echtgenoten van de vrouwen de gestreepte polo met streepjes in de breedte aan, boven hun kniebroek en sandalen, met of zonder sok. Edoch, het bleef knagen.

Op de fiets bespraken we onze beelden. Voor de man deze huizes was er niks aan de hand. Zijn wereldbeeld verandert niet snel. Mannen eigen, vermoed ik. Maar ik weet het niet meer. Ik vermoed dat ik mijn analogie op uiterlijkheden drastisch moet herzien. Van vreedzame, slapende stadjes aan de Vecht tot aan het vermoede conservatisme onder de streepjesshorts.

Lidwien Feld

Pin It
Bekeken: 2097x
https://ee.itk.ac.id/data/