Steeds meer keukengeheimen van mijn moeder verliezen hun magische onschendbaarheid. Niet dat ik er ooit nog in zal slagen haar tomatensoep te koken. Dat is één van haar laatste onneembare bastions. Maar een ander, tot dit jaar toe, onaantastbaar geheim heb ik op oudjaar eindelijk durven ontrafelen.

Elke jaarwisseling opnieuw trok mijn moeder zich terug in de bijkeuken. Daar, in de donkere ruimte tussen de fietsen en de wasmachine, bakte ze oliebollen. Ze vertelde dat ze de bollen vooral daar bakte omdat ze niet wilde dat het hele huis naar frituur zou stinken, maar juist daardoor werd oliebollenbakken een magisch proces. Niet dat ik me tot dit jaar ook maar heb afgevraagd hoe ze de oudejaarstraktatie maakte, ik genoot van het resultaat zonder ook maar 1 moment stil te staan bij haar ontstaan.

Tot dit jaar de crisis ons deed besluiten zelf oliebollen te bakken. Toen kwam ineens het beeld weer terug van mijn moeder in de bijkeuken. En terwijl ik toch in staat ben hele rijsttafels te kokkerellen, wekelijks broden te bakken en echt wel de weg weet in de keuken voelde het ineens alsof ik examen moest doen. Ineens zat ik te googelen op ‘oliebollen bakken’ en vertelde ik nerveus aan vrienden en kennissen over mijn voornemen. Al voor kerst kocht ik twee flessen zonnebloemolie omdat ik op google had gelezen dat ik in die olie de bollen moest bakken. De volgende vraag was: in welke pan? Zou ik de gewone frituurpan kunnen gebruiken, of moest ik zoals mijn moeder me met een aparte pan naar het schuurtje verplaatsen?

De informatie die ik van verschillende kanten kreeg was ook niet echt behulpzaam. Sterker nog, er bleken steeds meer beren op te weg op te doemen. Ik las artikelen over te vette oliebollen (als de pan niet heet genoeg was), niet rijzend beslag (als het water te koud was), te veel rijzend beslag (als er tussen het maken van het beslag en het daadwerkelijk bakken van de bollen te veel tijd verloren ging), uitdrogend beslag,  niet draaiende bollen, in elkaar zakkende bollen, vieze bollen, te grote bollen, te kleine bollen… het ging maar door. Verder hoorde ik op het schoolplein over hele vieze, vette fornuizen en hoe je dat weer voorkomen moest. (met veel aluminiumfolie).

De mens lijdt het meest aan het lijden dat hij vreest. Ook bij oliebollen bakken. Uiteindelijk ben ik ruim op tijd begonnen, opdat ik bij mislukken van het experiment altijd nog zou kunnen uitwijken naar de lokale oliebollenkraam. Gewoon in de frituurpan omdat ik dan de temperatuur niet hoefde raden, op een met aluminiumfolie bekleed aanrecht. Het beslag rees gewoon, de eerste bol draaide met enige hulp in de pan. Toen ik de goudbruine bol uit het vet haalde was ik nog steeds en beetje onzeker. Worden oliebollen altijd wel goed gaar, vroeg ik me af.

Bij de eerste hap was daar het ultieme geluksgevoel! Een euforie maakte zich van me meester: ik had nooit zo’n verse bol geproefd! Knapperig. Ik wist niet dat oliebollen knapperig horen te zijn. Zacht van binnen. Vol van smaak! Ik schaamde me bijna om te bekennen: deze bol was nog lekkerder dan de bollen die mijn moeder ooit bakte.

Juist daarom ga ik niet eens proberen de soep van mijn moeder na te maken. Laat die heilige graal voor eeuwig onaangetast blijven.

 

 
Pin It
Bekeken: 3574x
https://ee.itk.ac.id/data/