Alkmaar, 02 december 2014. In Stedelijk Museum Alkmaar is momenteel een tentoonstelling te zien rondom voetbalclub AZ en 60 jaar betaald voetbal in Alkmaar. In samenwerking met AZ, vele insiders en bruikleengevers wordt de interessante clubgeschiedenis besproken. De succesjaren, met talentvolle spelers en toptrainers, maar ook de lange voetbalwinter en lege tribunes. Van promotie en degradatie naar kampioenen.
Door middel van korte teksten, veel fotomateriaal, krantenknipsels, tv- en radiofragmenten en tientallen bijzondere voorwerpen reis je door 60 jaar AZ-historie. Met legendarische voetballers als Piet Buis, Kees Kist, Kristen Nygaard en Barry van Galen, maar ook spelers en voorwerpen uit de recente jaren kom je tegen. Interactieve onderdelen zoals de pub quiz ‘Wie is de grootste AZ fan?’ maken de tentoonstelling een bezoek waard voor jong en oud.
Af en toe kun je als bezoeker ook bekende (oud-)AZ-ers tegenkomen in het museum. Voetballegende Kees Kist is inmiddels drie keer geweest, en vorige maand kwamen Aron Jóhannsson en Robert Mühren langs. Robert, die bij FC Volendam vandaan komt en sinds eind augustus bij AZ speelt, vroeg meteen naar Kees ‘Pier’ Tol, die eveneens vanaf Volendam kwam. Uiteraard speelden de twee de AZ-quiz tegen elkaar, wat resulteerde in een ‘gelijkspel’. Jóhannsson schreef na zijn bezoek in het gastenboek ‘I was surprised how nice the museum was’.
De tentoonstelling is mede mogelijk gemaakt door AZ. Met speciale dank aan Jan Visser, AZ Museum en vele fotografen en bruikleengevers. De tentoonstelling loopt nog tot en met 4 januari 2015.
Mensen in het bezit van een AZ Clubkaart, Seizoenkaart of Supporterspas kunnen voor de kortingsprijs van 6 euro naar het museum. Ook de AlkmaarPas is geldig. Jongeren t/m 18 jaar hebben gratis entree. Kijk voor meer informatie op de website van het Stedelijk Museum of op Facebook.
Foto 1: Aron Jóhannsson en Robert Mühren luisteren naar een verslag voor de blindentribune
Foto 2: Het tweetal speelt de AZ-quiz
Foto 3: Een tweet van een museumbezoeker
(foto's Mike Bink)
